2 malloten , 1 doel

Mont-Ventoux                                               Datum : 21 mei 2009

 

  • Wat vooraf ging.

 2 jaar geleden, ik was nog maar net van het lopen naar het fietsen overgeschakeld wegens kraakbeen problemen in beide knieën toen nieuwe plannen zich al ontwikkelden. Dankzij onze gemeenschappelijk vriend Daniel konden we een race fiets kopen aan een zacht prijsje en begon er een nieuw hoofdstuk in ons sportleven. Ons nieuwe doel: De reus van de Provence klein krijgen met onze splinternieuwe race fietsen. Met ons bedoel ik natuurlijk mezelf en mijn goede vriend Stef.

.In 2007 vertrokken we vanuit Sault. We klaarden de klus ieder op ons eigen tempo, zonder al te veel problemen. De beklimming vanuit Sault wordt wel eens de route voor de mietjes genoemd. Daar konden we dus geen vrede mee nemen. Dus stonden we het volgende jaar alweer paraat voor het betere werk, namelijk de beklimming vanuit Bedoin. Daar zouden Stef en ik het echter niet bij laten. Na de beklimming vanuit Bedoin zouden we ook die vanuit Malaucène aanpakken. De twee steilste kanten op één dag.

 We hadden ons vrij goed op deze dag voorbereid en met volle moed begonnen we die dag aan onze tweede uitdaging. Spijtig genoeg moest Stef zijn poging al na 8 km staken. Een ontstoken en weerbarstige rugspier plus dito zenuw dwongen hem tot opgeven. De ontgoocheling was immens. Ikzelf bereikte de top na 1h51 alwaar mijne maat mij al stond op te wachten samen met onze vrouwkes : Annemie en Erna.

 Opgeven staat niet in onze woordenboek en dus werd al gauw beslist om het volgende jaar een nieuwe poging te ondernemen. Diezelfde zomer van 2008 nam de Stef sportief revanche op de reus door de “Criquelion” te rijden en brons te behalen. Het heeft niet lang geduurd of Stef had nieuwe, maar vooral nog grootsere plannen. In plaats van 2X zouden we het 3X proberen, via de 3 verschillende wegen; Bedoin, Malaucène en Sault. Bovendien zouden we het een officieel karakter geven door ons in te schrijven en het diploma ” Cinglé de Ventoux “ te ambiëren.

 

  • De voorbereiding.

 We startten beiden onze voorbereiding eind december 2008. Door elke dag van en naar het werk te fietsen haalde Stef al een vast aantal kilometers door de week. In het weekend werd daar nog een extra aantal km aan toegevoegd met soms een stevig rit in Spa. Hierin slaagde hij wegens tijdsgebrek spijtig genoeg maar enkele keren. Stef lukte er ondertussen wel in zijn eigen gewicht van 77 naar 70 kg terug te brengen.

 Vanwege mijn knieproblemen, koos ik zelf voor een geleidelijke opbouw vanaf januari. In december werd een beetje op de rollen getraind, om vanaf januari 100 km per week in de benen te krijgen. Vanaf februari werd het gemiddelde per week met 10 km opgevoerd, wat neer kwam op gemiddeld 3 fietstochten per week. In maart en april deed ik er telkens schepje boven op. Verder kreeg ik de goede raad van Ventoux specialisten om te trainen met een hartslagmeter en dit zo veel mogelijk onder mijn overslagpunt ± 156 hs/min. Ik probeerde regelmatig een lange duur training van 3 tot 5 uur fietsen in mijn programma op te nemen. Dit afgewisseld met vlakke ritten van 65 km.

Een kleine maand voor de Cinglé-dag werd de conditie getest. We deden mee aan de “Grinta Trofee” in en rond Doornik. Het parcours met 15 stevige kuitenbijters over een afstand van 155 km zou de voorbereiding zeker ten goede komen. Die dag was Stef in supervorm en dat heb ik geweten. Ik zat al snel in het rood en kon het ritme van mijn maat amper bijhouden. Vooral op de hellingen speelde Stef met te pedalen. Een dergelijk parcours met kortere maar stevige hellingen bleek Stef duidelijk te liggen. Hij behaalde toen een gemiddelde van 26,8 km/h terwijl ik het toch met iets minder moest doen. De laatste weken deed ik dan ook nog extra inspanningen, door de Reuzen Van Vlaanderen te rijden en een extra lange rit van 180 km naar de muur van Geraardsbergen. Uiteindelijk woog ik op de vooravond van ons uiteindelijke doel 69,5 kg en dat is 5 kg minder dan mijn gewicht van november 2008.

 

  • De dag voordien.

 Op 20 mei vertrokken we dan met veel goede moed naar onze afspraak met de geschiedenis. Ik was nog geen klein beetje nerveus toen Jo mij kwam ophalen met zijn minibusje. We waren vrij goed voorbereid maar zou dat volstaan? Zou het weer meevallen? Zouden we gespaard blijven van pech? Hetzelfde scenario als vorig jaar? Zouden we aan elkaar gewaagd zijn om elkaar te stuwen naar ons ultieme doel. Bovendien had ik me voorgenomen om niet als een pannenkoek naar boven te rijden. Mijn doel was de 3 beklimmingen telkens in minder dan 2 uur te voltooien.

 Piece of cake dacht ik …of misschien toch niet …twijfels?

We hadden niets aan het toeval overgelaten: fiets, uitrusting en voeding alles was tip top in orde. Toen ik naast Stef op de achterbank van het busje zat te soezen reed ik in gedachten wel 6X de Ventoux op...

Gevallen in de afdaling, alles om zeep!

Neen, het was (gelukkig) slechts een droom. Toen kwam plots het besef dat ik mijn hartslagmeter op mijn nachtkastje had laten liggen. Dedju, dedju het is toch niet waar zeker! Weg controle, weg planning… Of was het misschien meer een zegen dan stomme pech? Iets waar ik mij niet langer op moest focussen. Veel in het rood of maar een beetje, ik zou er me geen zorgen meer over hoeven te maken. Ik zou het toch niet weten. Toen we na een lange rit, en een geweldige picknick met overheerlijke pasta en broodjes klaar gemaakt door onze vrouwkes, Annemie en Erna, eindelijk in Bedoin toekwamen, kon het niet meer stuk. Niet omdat ze er niet bij waren dit jaar, maar omdat het weer super was en het hotel en zijn personeel ons onmiddellijk beviel. Vooral de eigenares van het hotel en de masseur, die onmiddellijk zijn diensten aanbood, vielen direct in de smaak. Wat een handen had die man zeg! Ik was bang dat mijn kuiten het zouden begeven, als hij deze onder handen nam. Ondertussen was de ganse groep gearriveerd. De sfeer zat er direct in met supergasten als Jo, Roel,Luc,Guy,Dirk en Michel. En niet te vergeten ook de charmante dames Karin en Christel.

 

Tijdens het avonddiner ,of zou het ons laatste avondmaal al zijn…avondmaal de day before, kwamen we tot de planning van de volgende dag . Voor mij en Stef was dat al afgesproken, als het weer goed zat, en dat zou ontegensprekelijk het geval zijn, was het V-day.(Ventouxdag) Onze vrienden besloten al snel om morgen ook de Malaucène route te trotseren.

We zouden dan mekaar kruisen in de afdaling van Malaucène terwijl Jo, Luc, Guy, Dirk, Roel en Michel in volle beklimming zouden zijn. Goed plan, zo bleek later.

 Na een zalige maaltijd en toch wel enkele glazen wijn begaven we ons te bed. Goed hebben we niet geslapen die eerste nacht. Hadden we te weinig gedronken?Dat is nochtans niet van onze gewoonte. Of zou het meer te maken hebben met de spanning? Of was het stress voor wat komen zou?

 

 

 

  • V-DAY

 

Toen ik wakker werd van de warme ochtendzon op mijn gelaat, liet mijn lichaam mij meteen weten dat het liever nog even bleef liggen. Ik besefte dat we gelukkige mensen waren om dit te mogen meemaken. Na de gebruikelijke ochtenddouche van Stef en het traag op gang komen van ondergetekende voelde ik me slecht, zeer slecht! De stress sloeg toe. “Komaan, Luc vooruit.” Drinkbussen vullen, energierepen, koolhydratengels, helm, zonnebril, identiteitskaart, zonnecrème, maar vooral wat neem ik mee als kledij om mij niet kapot te zweten en bovendien bestand te zijn tegen temperatuursverschillen tussen dal en top, waar de “Vent”-toux zo gekend voor is. Niks vergeten? Dit gaat me nooit lukken! Een snelle “goedemorgen” tegen de vrienden en een nog sneller ontbijt;aan het ontbijt

eten, het moet; koffie, neen niet te veel, de maag… moeilijk, snel nog een banaan. De fiets klaarmaken, banden oppompen,… twijfelen over het weer… eindelijk klaar.

 Of neen toch niet, vlug nog eens naar het toilet! Het plaatje van de Cinglé besluiten we dan maar niet te monteren op onze fietsen.Toch nog eens de bandenspanning controleren. Nerveus, ook een “ déja vu “gevoel. Net alsof ik een half uur voor één of ander mondeling examen sta te wachten.9h10… we zijn laat. Nog vlug een foto van ons tweetjes fris en klaar voor de grote strijd. We wensen de rest van de groep veel succes en daar gaan we dan…

 ready to go !

 

  • Start “ De beklimming vanuit Bedoin “

 Wat onwennig bestegen we onze stalen rossen: “De G Racer van Granville.”

mooi plaatje

We vertrokken naar het centrum van Bedoin waar de eerste beklimming op ons lag te wachten. De zon gaf al heel wat warmte. Dat zal zweten worden, veel zweten…

 “It’s a nice day to die” waren de woorden van de Stef terwijl hij mij op de rug klopte. Op de verhoogde streep in Bedoin keken we op onze klok” 9h16” en weg waren we. De 3 eerste km waren niet al te steil, ideaal om snel op toeren te komen naar 20 km/u. Als opwarming was dat zeker niet slecht. Van vlak ging het echter gauw genoeg naar een stijgingspercentage boven de 6 %. Vanaf dan was het trappen geblazen tot aan Chalet Reynard. Stoppen met trappen was geen optie want dan bol je achteruit of val je omver. We reden zij aan zij en spraken niet veel. Van een sportieve spanning gesproken. Af en toe vroeg ik achter de snelheid: 13km/h, okee,dat zit goed

Het zweet liep al van ons gezicht. Mijn ogen begonnen te prikken, de schuld van de zonnecrème die door het vocht in mijn ogen terecht kwam. De Stef was zo slim geweest te kiezen voor een witte bandana en een witte uitrusting, een goede keuze bij deze temperaturen.

Ik had gekozen voor mijn blauwe helm en een zwarte uitrusting, iets minder ideaal dus. Al snel reden we enkele tragere klimmers voorbij, vooral Vlamingen en Nederlanders. Stef maakte een praatje met een Hollander. Ik reed in eigen gedachten verzonken 10 m voor hem uit. Ik besloot het tempo strak te houden en had een Vlaming in het vizier, die 300 m voor mij uit reed. Hij had een blauw truitje van “Feryn” aan. Ik probeerde naar zijn wiel te kruipen. De benen voelden goed, ik had nog 2, en soms 3 kroontjes over. Ik voelde dat het goed zat. Stef bleef hangen op 50m. Vanaf nu was het ieder in zijn eigen tempo. Ik verwachtte dat de afstand tussen mij en Stef snel groter zou worden. Ik kwam tot op 50 m van de Feryn-man, die blijkbaar eigen supporters langs de baan had staan. Toen ik achterom keek zag ik tot mijn verbazing dat Stef het tempo volgde. Hij zat ongeveer 30 m achter mij. De mogelijkheid drong zich bij me op dat hij mij straks voorbij zou gaan en achter zich zou laten. Ik voelde de kracht van mijn benen in mijn pedalen kruipen. Het competitieve in mij kwam boven en automatisch verdapperde ik dus wat, maar niet te veel want het is nog ver… zeer ver. We kregen nu al snel enkele haarspeldbochten voor de wielen. Hier liep de weg enkele meters zeer steil op. Dit bracht mij echter niet uit mijn cadans. Zalig is dat, fietsen op zo’n berg. Aan Chalet Reynard merkte ik dat Stef nog steeds op 30 m van mij zat. Hij was duidelijk goed bezig. Voor de zoveelste keer werd bewezen dat wij mekaar eigenlijk drijven tot betere prestaties. Beetje wedstrijd kan geen kwaad zeker.

nr 1 van Luc         nr 1 van Stef

 Ik zette een tandje groter want het werd weer minder steil. Ondertussen probeerde ik het tempo hoog genoeg te houden. In één van de haarspeldbochten van de bredere weg merkte ik dat Stef voor een trager tempo gekozen had. Ik besloot om zeker niet te overdrijven en voelde dat mijn ademhaling goed zat, vlak onder of net boven mijn overslagpunt. Of begon ik toch wat overmoedig te worden? Ik zag de top en reed nog een aantal tragere klimmers voorbij. Ik kan me niet herinneren dat anderen mij voorbij waren gekomen. . Maar de blauwe man met het Feryn truitje reed wel steeds verder weg. In mijn achterhoofd zat echter al het cijfer 2. Straks boven en dan nog 2 keer, dat zou voor de Feryn man waarschijnlijk niet het geval zijn. Een tweetal kilometer voor de top stond een fotograaf langs de baan, enthousiast geef ik met mijn vingers het cijfer 1 aan. Ja, de eerste maal zat er bijna op. Ik genoot volop. De temperatuur ging nu gevoelig naar beneden, maar ik voelde mij nog kiplekker. Wat een spektakel, deze berg, de top met zijn toren. Nog 1km, wind tegen, 13%, dus maar naar 34 X 26, soepel rond, geen probleem.

 Na 1h49 min bereikte ik de top, 2 min sneller dan vorig jaar. Geen supertijd, maar wel degelijk en zonder te forceren. Vlug droge kledij aan. De wind en de temperatuur maanden me aan dit snel te doen. 5min later was ook Stef daar. “Alles okee?” vraag ik. “Niet geforceerd en goed geklommen,” was zijn korte antwoord, “vanaf Chalet Reynard wat gas terug genomen omdat ik in de kuiten wat voelde, aankomende krampen misschien?” We dronken vlug iets in het winkeltje en verorberden een energiebar. Waarna we snel aan de afdaling begonnen. Nu ging het direct naar links in plaats van terug naar Chalet Reynard. Na enkele honderden meters dalen viel het overduidelijk op dat dit de noordkant was want langs de flanken doken nog enkele grote partijen sneeuw op. We kregen nu een totaal ander beeld van de Ventoux.

 Tijdens het dalen kwamen we onze vrienden tegen. Zij hadden nog een heel stuk voor de boeg. Allen hadden ze op het lange steile gedeelte rond km’12’voet aan grond moeten zetten, zo bleek achteraf. Ja, Malaucène is dan toch zwaarder dan Bedoin. Toch bereikten ook zij moe maar voldaan de top, zo vernamen we s’avonds.

Ik probeerde de snelheid er in te houden, maar op de rechte stukken remde ik toch wat bij. Ja, afdalen is zeker mijn ding niet. En als de snelheid wat oploopt kies ik liever het zekere voor het onzekere. Remmen dus! Te snel bang! Piet Wolfs, een collega van mijn werk, steengoed daler en renner “tout court” had mij nochtans wat tips gegeven om dit te verbeteren. Stef die onderweg wat praatjes maakt met de vrienden zou mij zeker nog inhalen want hij is een veel betere daler dan ik. En inderdaad nog voor ik het dal bereikte, zoefde hij mij al voorbij waarna hij zich aanpaste aan mijn tempo.

 

  • Nummer twee “ De Beklimming vanuit Malaucènee”

 In Malaucène aangekomen, merkten we dat het verdomd heet was in het stadje aan de voet van de berg. We besloten snel een stevige hap naar binnen te werken op het eerste het beste terrasje dat we tegenkwamen. Ik at een broodje met kaas en een cola. Achteraf gezien was de cola misschien geen goed idee. Ik zou me voor de kop hebben willen slaan. Het broodje moest ik echt binnen duwen, en uiteindelijk liet ik zelfs nog wat liggen. Opnieuw kreeg ik last van de zenuwen. Deze beklimming viel niet te onderschatten. Ik vroeg aan de cafébaas om de gebruikelijk stempel die het blanco vierkant op onze cinglé kaart moest opvullen. Wat er ook zeker moest gevuld worden waren onze drinkbussen. Na wat talmen zaten we uiteindelijk terug op de fiets. We lieten het gezellige dorpje met zijn zomerse terrasjes achter ons. Alvorens we aan de klim te beginnen, vlug nog even een plasje en weg waren we! Weer zij aan zij, genietend van het panoramisch zicht als we het dal uitreden.

 Het was nu 12h35. De zon stond hoog en al snel waren we aan het klimmen bij een stijgingspercentage van 6%. Ik verwonderde er mij er meteen over dat ik zo moeilijk de pedalen rond kreeg. Een paniekerige blik door de benen leerde me dat ik vooraan nog op het grootste plateau stond. Oef ….. snel schakelen om in het juiste ritme te komen. Al snel liep het zweet weer van mijn voorhoofd en volgden de gebruikelijke problemen met de ogen. Schouder aan schouder zwoegden we verder en traag maar gestaag vorderden de km’s. Ik zei: “Verdomme, mijn benen zijn niet dezelfde als die van de eerste beklimming.” Iets wat natuurlijk te verwachten viel, maar toch harder aankwam dan vooropgesteld. Het ging weer steiler. “Alles in orde Stef?”vroeg ik. “Alles okee,” was zijn korte antwoord. We komen nu regelmatig uit het zadel om ritme te houden. Beiden kwamen we tot het besef dat het nog zware uurtjes zouden worden. We reden iemand voorbij, ‘uit Lommel’, dachten we. Op zijn truitje stond namelijk: “Lommelse bergen”. “Komaan Limburg, alles geven!”riep ik hem toe. De jongeman lachte even en wenste ons succes. “Vlaanderen boven”, flitste het door mijn gedachten. Het is duidelijk dat Vlamingen iets hebben met deze berg. Eigenlijk voelde ik diep in mijn hart ook al een band met deze berg. De kilometers vorderden traag. Steeds zij aan zij klimmend probeerden we het tempo en vooral de sfeer er in houden. Het zweet bleef van ons gezicht stromen. Ik voelde dat de volgende kilometers duidelijk zouden maken of we in onze opdracht zouden slagen met voldoening of met onderscheiding. Falen was zeker geen optie ? “Zucht, ... aan wat zijn we weer begonnen”, merkte ik sarcastisch op. “Alles in orde Stef?” “Alles goed,”antwoordde Stef weer en snel nam hij nog een stevige slok uit zijn drinkbus, automatisch volg ik zijn voorbeeld. Op tijd drinken en eten zijn belangrijk om deze uitdaging tot een goed einde te brengen. We reden nog iemand van de Lommelse bergen voorbij terwijl er minder en minder gezegd werd. Het tempo bleef echter strak en we concentreerden ons op onze ademhaling. We naderden nu het steilste stuk van de beklimming en waren bijna halfweg. Onze snelheid zat zo rond de 11 a 12 km/u. De volgende man van Lommelse bergen werd ingehaald met het gebruikelijke commentaar. Opeens zei Stef: “Luc, ik ga mijn tempo laten zakken want mijn ademhaling gaat te moeilijk.” Hij zat duidelijk in het rood, de vraag was echter hoe diep? De hartslag loopt op met het stijgingspercentage, niemand kan dat ontlopen.

Vraag is steeds, hoe lang hou je dat vol ? En als je sommige liefhebbers bezig ziet om maar te zwijgen over de profs, zeer lang. Een collega van mij op BASF, Bert Wouters, een klimmer om U tegen te zeggen slaagde erin om met Sporta de Ventoux 9X te bedwingen binnen de 24 uur. Talent, karakter en heel veel training waren de ingrediënten om het lang vol te houden. Van deze man kreeg ik uiteraard een aantal zeer belangrijke tips waarvoor mijn welgemeende dank.

 We zaten nu in een zeer lang recht stuk waar maar geen einde aan leek te komen. Een driehonderdtal meters voor mij zag ik 2 klimmers al zwalpend bijna de hele breedte van de weg gebruiken. De ene probeerde de andere te helpen toch maar overeind te blijven. Ik schakelde ook een tandje kleiner om hetzelfde tempo te kunnen handhaven. Het spijtige gevolg is dat je veel trager vooruit komt. Ik keek achterom maar zag niet direct het felle witte zebra truitje van de Stef. Het schoot me te binnen dat het waarschijnlijk hier was dat onze vrienden voet aan grond gezet hadden. Ik keek tussen mijn benen en merkte tot mijn grote tevredenheid dat ik nog een tandje kleiner kon schakelen. Vlak voor mij reed nog steeds de zwalpende jongedame. Ook haar vriend had het duidelijk moeilijk. Plots reed ze langs de rechterkant de weg af. Het asfalt lag zo’n 15 cm hogere dan het grove grind waar ze in terechtkwam. Nog meer zwalpend probeerde ze weer op de weg te raken. Ik dacht “kind wat doe je nu?” Dit zou duidelijk fout lopen. Op dat moment viel ze pardoes op de weg. Ik had geen tijd meer om uit de pedalen te geraken. Ik had gelukkig wel de reactie om haar ternauwernood te ontwijken en langs links voorbij te rijden. Ik vroeg of ik kon helpen. Maar de schade viel duidelijk mee en ze was al snel terug te been. Wat verderop draaide de weg naar rechts en werd het minder steil. Hierdoor vatte ik weer wat meer moed. Ik verdapperde en schakelde terug op.

 Door af en toe uit het zadel te komen trok ik mijn tempo nog wat meer de hoogte in. De weg draaide weer rechts af …Het beeld dat voor mijn ogen opdook, bezorgde me een golf van voldoening: De top met zijn toren lagen voor me te blaken in de zon. Zo snel had ik dat niet verwacht. Euforisch versnelde ik nog een beetje. Langs de flanken glinsterde de sneeuw in het zonlicht. Adembenemend is het hier, zowel letterlijk als figuurlijk. Toch waren er nog verschillende haarspeldbochten te nemen voor ik boven zou zijn. Geweldig voel je je op zo een moment, aan het sporten in zo’n landschap, er zijn geen woorden voor. Een fotograaf die dit moment digitaal vast legde (zie foto) was er getuige van terwijl ik met mijn vingers het getal 2 aangaf. Op 2 plaatsen liep het smeltwater de weg over, als een natuurlijke reactie greep ik naar mijn drinkbus die bijna leeg was. Nog steeds niet boven. Deze bergzijde was qua uitzicht totaal anders dan Bedoin. Ik reed voorbij een lage balustrade in de voorlaatste bocht en keek recht in de afgrond. Brrr, toch maar voor me blijven kijken, ogen op de weg. Daar lag de top, nog enkele honderden meters en het zwaarste was voorbij. Twee knappe dames reden me op dat moment voorbij met zo een gemak en stijl dat ik bijna van men fiets viel. Amai! Dit waren duidelijk geoefende renners van de streek op training. In hun spoor bereikte ik de top voor de 2de maal. Voldoening alom, ja zelf een vleugje euforie. Ik geloofde dat de 3de beklimming voor mezelf geen probleem meer zou mogen zijn. Hoe zou het echter met Stef zitten? Ik keek op mijn klok 1h51, geen supertijd maar wel een tijd die me tevreden stelde. Gemakkelijk binnen het beoogde doel. Ik sprak snel een Vlaming aan die dat op papier getuigde op mijn kaart van de cinglé. Boven stond er wel wat wind, net zoals deze middag bij de eerste beklimming en misschien zelfs iets harder. Vlug wisselde ik van kleren, vervolgens ging ik in het winkeltje frisdrank kopen en liet ik de kaarten afstempelen. We mochten niet te veel tijd verliezen voor we aan de afdaling begonnen. Ik praatte wat met Vlamingen die ook aan het nagenieten waren van hun overwinning op de Mont Ventoux. Want dat is het voor iedereen die hier boven komt. Ondertussen waren we al 10min verder en nog steeds geen spoor van Stef of zijn witte truitje. Ik zag wel nog het meisje van de valpartij. Ze had gelukkig niet te veel averij opgelopen zo te zien. Ik wenste haar proficiat. Vlaming, wat dacht je, en zo te zien erg gelukkig. Ja, zo een berg op fietsen is vooral een overwinning op je zelf. Je grenzen een beetje verleggen om het doel “de top” te halen. Je staat er telkens van te kijken welke emoties het losmaakt bij mensen.  

 nr 2 van Stefnr 2 van Luc

Plots was hij daar uit het niets: de witte zebra! “Stef!” roep ik “Yes!” Gebalde vuist in de hoogte. Hij reed recht op mij af, hijgend, de ogen diep. Hij stopte, één voet uit de pedalen en gooide zich dan op het asfalt tegen de grond. Dit was de eerste keer dat ik de Stef, weliswaar gecontroleerd, zag plat gaan. “Whe did it man”, kreunde hij, terwijl hij daar op zijn rug lag. Ik hielp hem overeind en voerde het ondertussen gebruikelijke ritueel van de kledingwissel drank en voeding snel uit. “Stef,” zeg ik, “de pech van het jaar 2008 is al recht gezet nu nog naar den arrivee.” We keken elkaar in de ogen en wisten dat niets ons nog kon tegen houden. De ogen van Stef stonden diep. Zout kristallen in de hals. Je zag het verschil duidelijk met de eerste beklimming. “Ca va Stef ?”controleerde ik toch nog even. “Ja, enkele moeilijke momenten gehad, geen krampen. Zwaarder dan Bedoin.” “Af moeten stappen?” vraag ik. “Neen, in het steilste gedeelte hard op mijn tanden gebeten.” Het was nu ongeveer ca 15u00. Ik stelde voor om aan de afdaling te beginnen zodat we vermoedelijk van uit Sault de laatste beklimming konden aanvatten rond 16h00. We zaten nog op tijdschema. Voor we aan de afdaling begonnen vroeg Stef of ik achter hem wilde rijden daar hij zich niet meer 100% voelde. Beetje verwonderd zei ik: “absoluut …geen probleem, doe maar rustig aan dan kan je beter recupereren.” Tijdens het dalen zag ik dat mijn maat niet in zijn normale houding als goed daler op zijn fiets zat. Eerder wat onwennig en onzeker. Vermoeidheid zeker. Ongetwijfeld, hoe kon het ook anders. Gelukkig was de afdaling niet moeilijk en bovendien hadden we ze 2 jaar geleden al eens gebold. Toen moest ik er niet aan denken het wiel van Stef te houden. Vanaf Chalet Reynard links weg. Het dalen ging wat vlotter. We ontdekten dat het asfalt op sommige plaatsen was vernieuwd. Dat was nodig! Tijdens deze afdaling kon je bijtrappen als je snelheid wou maken. Stef, besloot om de krachten wat te sparen en niet te veel bij te trappen. Toch gingen we nog steeds tegen 40 soms 55 km/h recht naar Sault. Vlak voor Sault nam ik toch even de kop over en na een korte beklimming bereikten we ons favoriete terras onder de platanen. Dit was voor mij één van de mooiste plekken van de streek en vandaag…van de wereld!!! Je kon er genieten van zo veel moois. Vlak voor je, had je een schitterend uitzicht op de vallei met daarachter de Ventoux in zijn volle glorie, de natuur die zich eindeloos voor u uitstrekt. De heldere hemel en stralende zon zorgden dat we de top duidelijk zagen liggen. Ver, heel ver... peinzend. Straks zou ik de weg krullend omhoog volgen door die groene oase voor me, deze onvergetelijke plek achter me laten. Een moment om nooit meer te vergeten, een plaats waar ik zeker nog zal naar terugkeren in dit leven of in een ander.

 Veel volk hier. Altijd! We nestelden ons aan een tafeltje en kregen onze vermoeide benen er nog net onder. “Snel bestellen” dacht ik. “Aan de bar dus” want het was al 16u. Laat?... maar het weer zag er nog redelijk uit. Ongerust voor de laatste beklimming… neen niet echt….of toch een beetje? Misschien toch best een beetje voort doen. Met de Mont Ventoux weet je immers nooit. Genieten was er nu niet echt bij. In mijn hoofd waren we alweer aan het klimmen. Zullen we het halen?

 

  • Nummer drie “De beklimming vanuit Sault”

 Ik stelde aan Stef voor om samen te blijven tot aan Chalet Reynard en van daar ieder in zijn tempo de laatste 7 km af te werken. Met de top in zicht en een stevige dosis adrenaline, moest dat lukken. Ik begon me ondertussen toch wat zorgen om Stef te maken. Men andere “ik” wilde vooral onder de 2h00 blijven. Dat kon, … als we samen blijven aan een rustig tempo tot Chalet Reynard ging het door mijn hoofd, en dan nog een laatste keer “alles geven”!

Stef zag het ook nog zitten. Een telefoontje met Jo bracht onze vrienden op de hoogte van onze vorderingen en het vermoedelijke uur van aankomst in het hotel. De masseur was al voorbereid op onze komst en was er volledig klaar voor. Stef keek er nu al naar uit! De verzuring zou straks wel eens kunnen toe slaan! Onze grootste angst: krampen en wat dan…? Om 16h35 zaten we terug op onze G Racer richting top.

 Tijdens de 21 km die nu volgden. Hmm, we proberen om toch nog een beetje te genieten. Ik was in mijn nopjes. Ik voelde me nog redelijk…goed. Hoewel, in mijn maag bespeurde ik toch een licht krampachtig gevoel. Waarschijnlijk van al die gels en energievoeding. Eerst ging de weg naar beneden wat mooi meegenomen was en dan was het nog 20 km aan 3 tot 5%. Ik moest dringend een sanitaire stop maken. Daarom spraken we af dat ik wat voorop zou rijden. Verder kon ik dan stoppen om te plassen. Ondertussen had Stef me dan weer ingehaald en kreeg ik weer aansluiting zonder extra tijd te verliezen. De zachtjes hellende weg kronkelde van links naar rechts. Al snel zaten we in het bos. Dit zouden we pas achter ons laten wanneer we Chalet Reynard bereikten. We genoten van onze tocht en de fantastische natuur. Rondom ons waren geen fietsers meer te bekennen. Stil was het.!The sound of silence. Hier kon je ze nog tegen komen. We waren één van de weinigen die op dit vrij late uur nog aan de beklimming begonnen. Zij aan zij fietsend, keuvelend aan een goed tempo van 16 km/h.

 Na een 10-tal km werden we ingehaald door een toeterend voertuig. Together nr 3Het waren onze vrienden Jo, Dirk en Roel die ons kwamen aanmoedigen. Toch knap van hun dat ze hier waren. Even een praatje, checken of alles nog steeds okee was. Niks nodig? Drinken? Nee, we hebben alles. Ze waren verwonderd over het tempo dat we ogenschijnlijk gemakkelijk trapten. Ze maakten een foto waarbij Stef al fietsend zijn arm over mijn schouder legde en ik het zalige teken 3 maakte met de vingers. Dit zou een foto worden om in te lijsten. Op de top zouden er op dit uur beslist geen fotograven meer staan. Onze vrienden gaven ons voor de start weinig kans om deze missie tot een goed einde te brengen. Het was duidelijk dat ze hier waarschijnlijk op zouden moeten terugkomen. Toen ze terug richting hotel reden riep ik hen na: “3X de Ventoux met de vingers in de neus”. Zou ik van zoveel euforische praat geen spijt krijgen?

 De benen begonnen zwaar aan te voelen. Verzuring? In mijn knieën had ik tot mijn verbazing totaal geen last. Ik vuurde Stef nog wat aan wanneer de weg iets minder steil werd. Hij was minder van zeggen. Bijtend op de tanden! We naderden Chalet Reynard. Er stond al wat meer wind maar de temperatuur viel goed mee. Nog wat goede raad aan Stef. Handshake en Good Luck My Friend. Mijn benen zaten te popelen om nog eens gegeseld te worden. Vraag was hoe lang ze het gingen volhouden.

 Chalet Reynard, ik stuifde de parking af, 34 X 22, uit het zadel om snel een hoog tempo te ontwikkelen. De weg was breed, 3 bochten verder zag ik nog een enkele eenzaat naar boven kruipen. Mijn enthousiasme steeg met de seconde. Ik reed duidelijk sneller als deze voormiddag toen ik dit punt passeerde. Plots wordt mijn lichte euforie echter een halt toegeroepen: de wind! Hij verplichtte me onherroepelijk naar 34 X 24 terug te schakelen. Ik besefte al snel dat de Mistral me nog pijn zou kunnen doen. Na de volgende bocht speelde deze on welgekome gast gelukkig in mijn voordeel: wind mee. Ik naderde een eenzame fietser, een nieuw doel om naar toe te fietsen. Een man op een mountainbike zo bleek. Er op en erover en dan weer alleen de top als doel. Niemand meer. Vanaf nu een gevecht tegen jezelf.

 Nog 2 of waren het toch nog 3 haarspeld bochten? Als ik naar het dal keek zag ik Stef: nog steeds goed bezig. In mijn hoofd was ik al op de top, al moest ik zeker nog 1,5 km klimmen. Ik werd echter al snel teruggebracht naar de realiteit. De wind werd krachtiger. Ik kreeg mijn benen amper rond. Dan maar naar mijn kleinste verzet terwijl ik onder de rode driehoek door reed. 34 X 27, Tom Simpson gepasseerd en vergeten te groeten. Tedomme, dat zou niet mogen, maar ik was te zwaar aan het opgaan in mijn eigen gevecht. Die laatste kms, zo lang…zo ongelooflijk zwaar. Die wind steeds weer …harder… beuken.. verdomme .. maar uiteindelijk dan toch: de top.

 1h45. Ik sprong van mijn fiets en zocht snel beschutting tegen een muurtje waar ik voor de 3de maal mijn ritueel van kledij wisselen uitvoerde. Geen kraampjes meer te zien. Alleen nog een paar mountainbikers die blijkbaar op hun vriend wachtten die ik daarnet voorbij was gereden. Snel naar het winkeltje dat nog net niet gesloten was voor de stempels en voor drank, veel drank. Een blikje bier. Ik genoot van de warmte binnen en voelde me super. Je zou voor minder natuurlijk! Ongelooflijk maar waar, mijn doel bereikt.

 Terug buiten speelde ik al met de gedachten om zo snel mogelijk te dalen. Want hierboven was het met deze wind verre van gezellig. Daar was dan de Stef, nog steeds op de fiets. Er stond wat schuim op zijn mond. Bij mij gekomen liet hij zich vallen, deze keer zonder zijn voeten uit de pedalen te klikken. Een 2de maal lag hij plat op de grond met een gelukzalige glimlach. “We hebben het gedaan Luke, nog binnen de 2 uur … dat had niet ik gedacht…ik heb alles gegeven!” zucht Stef. Ik trok de pedalen van zijn voeten en wisselde zijn natte kleren. Hij moest snel iets warm en droog aan. Het ging echter allemaal nogal langzaam, want Stef wilde niet echt meewerken. Drinken Stef! …Blikje Cola .. overeind “De leste km hem ik vreed afgezien man….die wind,” kwam over zijn lippen. De blik in de ogen van Stef sprak boekdelen en was onvergetelijk: één en al voldoening!

 “Stef, we moeten snel naar beneden naar Chalet Reynard toe... daar kunnen we een tas koffie drinken en wat op ons effen komen. ‘Tes nog te vroeg veu te sterven. Weg hier!” mijn motiverende boodschap tot Stef. Een korte omhelzing en dan hielp ik Stef terug op zijn fiets. Nog een probleempje met zijn voor rem die tegen de velg zat, gevloek, wat wankel maar toch vastberaden stapte hij terug op zijn fiets. “Zal ‘t gaan Stef?” vroeg ik bezorgd. “Alles okee Luke,” zegt hij. De Mistral gaf niet af. Voorzichtig en vrij traag begonnen we te dalen. Na enkele bochten keek ik achterom…. Stef volgde…binnen enkele minuten, schoot het door mijn hoofd, zijn we bij de Chalet. Ik daalde nog een paar bochten en keek acterom, geen Stef meer te zien. Verdomme! Ik zette mij opzij in het grind en keek naar boven… geen Stef te zien. Waar zat hij toch? Ik had hem voor mij moeten laten rijden, besefte ik veel te laat. Zou ik terug moeten gaan klimmen? Misschien had hij terug problemen met zijn voorrem? Ik was net van plan rechtsomkeer te maken toen hij plots opdaagde. Oef ! Toen hij nog een honderdtal meter verwijderd was zag ik dat hij zat te vechten om overeind te blijven. “Luke!” riep hij: “het gaat niet meer, krampen in al mijn spieren.” Ik ving hem op langs de rechterkant van de weg in het grint terwijl hij zat te shaken op zijn fiets. Dit had ik nog nooit gezien. Weer liet hij zich met fiets en al vallen vlak voor mij in het grint, voor 3de keer plat. Rillen deed hij nog steeds. Ik maakte me nu echt wel zorgen. Zou dit de totale uitputting zijn? Ik bleef met hem praten, dat lukte. “Ben je duizelig Stef?” “Neen, alles okee, ik kom wel op mijn plooi.” “Bel ik Jo?” “Neen … hij moet zo snel mogelijk naar Chalet Reynard .”ging er door mijn hoofd. Maar hoe geraakten we daar in godsnaam? De oplossing kwam verbazend snel. Een wagen stopte bij ons. “Darf Ich dir helfen?”vroeg een vriendelijke, charmante Duitse dame…duidelijk. Ik legde haar uit wat het probleem zou kunnen zijn en ook wat we die dag hadden uitgevreten. Ze was een dokteres, zo bleek. We waren in goede handen… onderkoeling? Zeer zeker! Stef werd in de wagen van de vriendelijke dame geholpen.

De verwarming van de draaiende wagen aan, wat drinken en wat eten. Na een 10 tal minuten was de Stef al terug klaar voor een grapje en konden we onze tocht verder zetten. We dankten de vriendelijke Duitse dokteres, maar beklagen ons nu nog steeds dat we toen niet naar haar naam hadden gevraagd. We besloten onze weg verder te zetten zonder te stoppen aan de Chalet om zo snel mogelijk hogere temperaturen op te zoeken. Achter Stef rijdend zag ik dat het dalen steeds vlotter en ook wat sneller ging. Eindelijk … Bedoin …Wat een mooi historisch stadje en die prachtige natuur…na vandaag is het allemaal nog duizend keer mooier… . Je kan moeilijk omschrijven wat het een mens doet als je na zo een onderneming in zo een fantastisch kader ons hotel (de eindstreep) bereikt.

“Cinglé de Ventoux” een echt, en vooral onvergetelijk avontuur, zeker op het einde!    

Stef   Luc
 Klimtijden Stef  Klimtijden Luc
 Bedoin :1h52    Bedoin :1h48  
 Malaucène :2h11    Malaucène :1h51  
 Sault :1h58  Sault :1h47
 Cinglé Nr 2482   Cinglé Nr 2483  

    

  • Dankwoord.

 Uiteraard in de eerste plaats mijne maat Stef die er tekens voor zorgt dat ik nieuwe sportieve uitdagingen durf aangaan. Zonder hem had ik deze bladzijden niet hoeven te schrijven.

Het is nu al 3de jaar dat we met een aantal sportievelingen naar de Ventoux trekken, telkens werd het een fantastische vakantie. Jo, Dirk, Guy, Luc, Roel, Michel, Karin en Christel dit jaar en Marnic, Jan, Lut, Katrien en Ivo in een vroegere editie. Thanks. Hopelijk volgen er nog veel mooie cyclo sportieve vakanties.

groepsfoto 2009

De Ventoux is bij mij thuis altijd aanwezig dankzij deze mooie en superfijne aandenkens(zie foto), een idee en ontwerp van Jo en Dirk . Dit souvenir krijgt zeker een mooie plaats in onze woning. Ik wens hun veel succes met hun zaak Cyclo – Souvenir. Prachtig initiatief trouwens!

Verder wil ik ook mij collega’s van BASF Piet Wolfs, Bert Wouters en Ludo Davidson danken die mij met raad en daad bijstonden om deze onderneming tot een goed einde te brengen.

The Trophy's